Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [29]En gij zult alle vaste steden, en alle uitgelezene steden slaan, en zult alle [30]goede bomen vellen, en zult alle waterfonteinen stoppen; en alle goede stukken lands zult gij [31]met stenen [32]verderven. 29. Dat is niet alleen een bevel van hetgeen zij doen moesten, maar ook een belofte van hetgeen zij daarmede uitrichten zouden tot hun profijt en afbreuk der vijanden. 30. Dat is, een speciaal bevel, uitgenomen van den gemenen regel, Deut.20:19, of, deze regel is te verstaan alleen van de langdurige belegering van enige stad en niet van de haastige verwoesting van een land. 31. Dat is, door stenen daarop te werpen onvruchtbaar en onbruikbaar maken, zulks dat het door deze verwoesting daarmede zal zijn als met een mens, die van allen beschadigd en verlaten zijnde, treurt en kwijnt. 32. Hebreeuws, doen treuren, of weedoen.
Dr. M.B. van 't Veer, De beide boeken der Koningen, [1948], 158 Het advies, dat Elisa in vs 19 geeft, is in strijd met de oorlogswet, die de HEERE aan Zijn volk heeft gegeven, Deut. 20:19-20, waar verboden werd om vruchtbomen te vellen. Hier verlaat Elisa de openbaring des HEEREN en laat hij zich leiden door haatgevoelens tegen Moab, waardoor hij in strijd komt met de wet.